EXPECTANT TOWN

 

Een stad maakt zich op.

 

Afgelopen zomer trok ik naar Porto.  Het was acht jaar geleden dat ik de stad voor het laatst bezocht had en nu deed zich plotseling een nieuwe gelegenheid voor.  Porto was een van de culturele hoofdsteden van Europa.  Met weemoed dacht ik terug aan de vele parkjes in de stad, het groen, het loom zitten op de banken.  Maar daar was niets van over: de stad was één grote bouwwerf.  De oudjes waren van hun vaste stek verjaagd – er bleef amper plaats om voor de hete middagzon te schuilen.  In plaats daarvan was het alom stof en lawaai.  In een poging om te voldoen aan de verwachtingen had men het aantrekkelijke van de stad juist verwoest.

 

Het lijkt een typische ziekte van elke culturele hoofdstad.  Het boven geschetste beeld is immers niet alleen aan Porto voorbehouden.  Wanneer een stad tot culturele hoofdstad wordt uigeroepen komt plots haar ijdelheid boven.  Het stadsbestuur haast zich om lang geplande projecten in hoog tempo uit te voeren.  De deadline wordt daarbij zelden of slechts op het laatste nippertje gehaald.  Waarom al deze moeite?  Worden deze steden niet juist geselecteerd omwille van hun intrinsieke waarde die dus verder reikt dan het uiterlijke, de oppervlakte?

 

Ria Verhaeghe kijkt naar haar stad Brugge die zich opmaakt voor een cultureel jaar.  De stad is zwanger van verwachtingen.  Ze wil verleiden en ondergaat daarom een schoonheidskuur.  Haar gevels worden verpakt en schoongespoten, gerestaureerd, glad getrokken.  Geen rimpels, geen verval.  De stad verschuilt zich achter steigers en voorhangen.  Straks worst het verband er af gehaald en kunnen we het resultaat van deze facelift bewonderen.  Aar zelden kan zo’n strakke kop echt bekoren.  Het echte leven lijkt er uit weggezogen.  Is het niet het niet juist de weerbarstigheid, de imperfectie die aantrekkelijk is?

 

Met Expectant Town, haar project van digitaal bewerkte foto’s van een stad in verwachting, richt Ria Verhaeghe haar blik opnieuw op dat gen wat we over het hoofd dreigen te zien.  In haar verzameling krantenfoto’s en schetsboeken is de grote constante steeds de aandacht voor het kleine, voor details, voor dat wat zich op de achtergrond bevindt.  Ria Verhaeghe richt haar blik naar de periferie en maakt die tot centrum van haar werk.  Deze ‘beeldresidu’s’ behandelt ze met de grootste zorgvuldigheid en respect, als iconen, in de dubbele betekenis van het woord.  Want juist dat kleine is veelzeggend, doet veel grotere uitspraken over een maatschappij dan we vermoeden.  Het stugge, dwarse, van haar werk vraagt er om verder onderzocht te worden.  Al kijkende houdt ze ons een spiegel voor.

                                       Edith Doove  curator en directeur MDD Februari 2002